Nieuwe wet hakt erin bij horecaondernemers

Nieuwe wet hakt erin bij horecaondernemers

Er gaan nieuwe regels gelden voor tijdelijk personeel en oproepkrachten en dat heeft behoorlijke gevolgen voor horecaondernemers. Wie zich niet goed voorbereidt, komt begin volgend jaar voor onaangename en vooral dure verrassingen te staan.

Tekst Geert Dekker

Werknemers kunnen vanaf 1 januari 2020 zomaar 5 procent duurder worden. Oproepkrachten die twaalf maanden gewerkt hebben, moeten een aanbieding krijgen voor een vast aantal uren. Het zijn gevolgen van de nieuwe Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB)* die begin volgend jaar ingaat. Het is de politiek ernst geweest om maatregelen te nemen die flexwerkers meer bescherming bieden.

Waarom worden tijdelijke werknemers duurder?
De WAB schrijft voor dat werkgevers voor tijdelijke werknemers meer WW-premie moeten gaan afdragen dan voor medewerkers in vaste dienst, zo zegt Ingrid Botty, arbeidsjurist bij consultant Koenen en Co in Maastricht. “Het verschil is bepaald op maar liefst 5 procent van het loon.” Omzeilen is niet mogelijk: medewerkers een vast contract geven voor veel minder uren dan ze zullen werken, mag niet. Botty: “Ze mogen per kalenderjaar maximaal 30 procent meer uren maken dan in hun contract staat, anders zullen ze toch onder het hoge tarief vallen.” Er zijn wel uitzonderingen: zo vallen tijdelijke medewerkers die jonger zijn dan 21 en maximaal twaalf uur per week werken wel onder het lage tarief en ook voor fulltimers in vaste dienst geldt deze urenmarge van 30 procent niet.

Iedereen in vaste dienst dus?
Om dat te bepalen, moeten horecaondernemers zich terdege voorbereiden op deze nieuwe regels. Het zal nodig zijn een analyse te maken van het hele personeelsbestand, het aantal uren dat iedereen heeft gewerkt en de verwachtingen voor het komende jaar. “Wellicht is het mogelijk om binnen die 30 procent te blijven”, zegt Botty. “Maar daarop gokken is een slecht idee. Want dan kan de ondernemer forse naheffingen te wachten staan.”

Voor oproepkrachten worden de regels ook anders?
Twee grote wijzigingen staan op het programma voor de oproepkrachten. Ten eerste: als iemand twaalf maanden oproepkracht is geweest, dan moet hem of haar een aanbieding worden gedaan voor een vast aantal uren, op basis van het gemiddelde aantal uren dat hij of zij in dat jaar heeft gewerkt. De werknemer kan de aanbieding weigeren en dan moet de werkgever twaalf maanden later weer een aanbieding doen. Hans Rook, salarisadviseur bij DRV Accountants & Adviseurs in Sliedrecht, vindt dat een stevige maatregel, zeker omdat die meteen ingaat. “Dat wil dus zeggen dat iedereen die begin dit jaar als oproepkracht begon, al begin 2020 die vaste uren aangeboden moet krijgen. Ook daarom moeten ondernemers zich dus nú al voorbereiden.” Overigens is hier (ten dele) een mouw aan te passen: als men de medewerker al na elf maanden een contract aanbiedt, kan dat een lager aantal uren betreffen.

En wat verandert er nog meer voor oproepkrachten?
Een hele belangrijke is dat voor het oproepen een termijn van minimaal vier dagen wordt ingevoerd. Daarover is al ophef ontstaan, want natuurlijk kunnen grillige weersomstandigheden dan een kostbare zaak worden. Afzeggen binnen die termijn van vier dagen kost de werkgever namelijk toch het loon over de geplande uren. In de wet is de mogelijkheid opgenomen in een cao hierover andere afspraken op te nemen, tot een termijn van 24 uur aan toe. Koninklijke Horeca Nederland kan desgevraagd niet zeggen of dat gaat gebeuren. De huidige cao loopt tot en met 31 december 2019 en hoe een nieuwe cao eruit gaat zien, is nog niet bekend. Rook acht het van het grootste belang dat daar helderheid over komt. “Een goede werkgever zal hierover met zijn medewerkers in gesprek gaan en afspraken maken die voor iedereen werkbaar zijn. Je wilt natuurlijk niet dat werknemers gaan claimen.” Overigens wijst Rook er op dat de WAB ook zal verplichten dat oproepkrachten schriftelijk worden opgeroepen. “Via mail of WhatsApp bijvoorbeeld. Voor ondernemers die al beschikken over een digitaal personeelsplanningsysteem zal dat geen punt zijn: dan kunnen die oproepen automatisch worden verzonden. Maar in andere gevallen kan dit problemen opleveren.”

Hoe kunnen horecaondernemers die problemen voor zijn?
Ga het gesprek aan met de medewerkers, zo stellen zowel Botty als Rook. “Het is de vraag of dit op de werkvloer allemaal uitvoerbaar is”, vindt Botty. “Als een oproepkracht heel erg aan die regels hecht, dan ligt het natuurlijk voor de hand dat de werkgever hem of haar minder vaak zal oproepen. Maar aan de andere kant heeft een ondernemer al het personeel nodig dat hij krijgen kan. Je bent dus afhankelijk van elkaar. Op die basis moet je goede afspraken kunnen maken.” Rook verwacht dat er door de WAB toch meer vaste dienstverbanden zullen bijkomen. “Daar is ook niks mis mee, als de intentie om samen verder te gaan er toch al was. Het stapelen van tijdelijke contracten kan nog steeds, maar misschien is het ook wel handig om eerder vaste contracten te gaan afsluiten.”

*De Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) bevat meer nieuwe regels dan in dit artikel aan de orde (kunnen) komen. Stel je op de hoogte, bijvoorbeeld via een adviseur. De overheid verschaft veel informatie over de WAB op ondernemersplein.nl. Tik in het zoekvenster 'WAB' en via het eerste zoekresultaat kom je op de overzichtspagina.

Artikel delen