Met een personeelslid een zaak opzetten

Met een personeelslid een zaak opzetten

Samen met een werknemer een zaak opzetten. Wat leg je vast? Hoe verdeel je de winst? Als twee mensen daar goed over nagedacht hebben, zijn het sterrenchef Rogier van Dam en zijn partner Elise Moeskops wel.

Tekst Wilma van Hoeflaken  

“We hebben ieder ons eigen werk. Ik kan niet koken en je moet Rogier niet vragen om btw-aangifte te doen”, zegt Elise Moeskops. “Ondernemerschap is soms best een beetje eenzaam, ook al doe je het met z’n tweeën”, vertelt haar partner Rogier Van Dam. Samen runnen ze al bijna tien jaar restaurant Lastage* in Amsterdam. Hij is de chef-kok die de Michelinsterren bij elkaar kookt, zij doet de voorkant, de wijnen en de administratie. Afgelopen zomer begonnen ze een tweede restaurant in Amsterdam, Lazuur. Daar is Sherif Khalil – voorheen souschef bij Kaagman & Kortekaas – chef-kok èn mede-eigenaar. Moeskops: “Sherif en Rogier kunnen sparren met elkaar. Als de een vastloopt in een gerecht kan hij met de ander overleggen.” Grappig detail is dat de vrouw van Sherif, Naduah, bedrijfsleider is bij Lastage.

40/60 

Lastage is een vennootschap onder firma (vof). Van Dam is voor 60 procent eigenaar en Moeskops voor 40 procent. Destijds was dat fiscaal een gunstige verdeling, omdat Moeskops in de startfase voor de zekerheid haar oude baan nog een tijdje aanhield. Zij: “En ook voor het geval het tussen ons zou misgaan.” Hij: “Dan ga ik door met Lastage.” Dat is logisch, vinden ze allebei. Moeskops: “Ik vind een eigen restaurant ook onwijs leuk, maar Rogier heeft het unieke horecatalent. Ik zou ook in een andere branche kunnen werken, maar voor hem is dat geen optie.” 

Bescherming 

Ook Lazuur is een vof. Moeskops en Van Dam zijn een besloten vennootschap (bv)  gestart, waarmee zij in de vof zitten. “Die bv hebben we ertussen gezet om Lastage te beschermen”, legt Moeskops uit. Je moet met alle scenario’s rekening houden, vindt ze. “Als het bij Lazuur misgaat, kan Lastage daarin niet meegesleept worden.” Khalil neemt als natuurlijk persoon deel aan de vof. Voor hem is dat fiscaal gunstig; hij krijgt op die manier de fiscale ondernemersvoordelen die Van Dam en Moeskops via Lastage al hebben. De derde partij in vof Lazuur is een investeringsmaatschappij. Over de exacte eigendomsverhouding zijn ze nog in gesprek. Maar het uitgangspunt is dat bij een verschil van mening een van de partijen – Van Dam en Moeskops versus Khalil – samen met de investeringsmaatschappij een meerderheid kan vormen. “Dan kan de investeerder als onpartijdige scheidsrechter bij een conflict de doorslaggevende factor zijn."

Formule 

Is de manier waarop ze het eigenaarschap van Lazuur geregeld hebben de beste manier? “We hebben er veel over gelezen en advies gevraagd aan collega’s die er ervaring mee hebben. Welke constructie kozen zij? Waarom deden ze het zo? Toen we bedacht hadden hoe we het wilden, hebben we een goede boekhouder mee laten kijken”, zegt Moeskops. “Er is niet één goede formule. Maar we denken dat dit in onze situatie de beste is.”

Stappenplan 

Opvallend is dat Van Dam en Moeskops zowel bij Lastage als bij Lazuur goed nagedacht hebben over wat er moet gebeuren als de samenwerking spaak loopt. “Duidelijke afspraken zijn belangrijk”, zegt Van Dam. “Dat je weet: als we ruzie krijgen, is dit de route die we volgen.” Hebben ze ook vastgelegd hoe de financiële afhandeling moet verlopen? “Het is moeilijk om een eerlijke oplossing te verzinnen”, zegt Moeskops. Hoe bepaal je de waarde van een restaurant? De economische situatie op dat moment speelt daarbij een grote rol. Daarom maakten ze een stappenplan. “Als we er onderling niet uitkomen, kunnen we tot drie keer toe een waardebepaling vragen aan een onafhankelijke partij. Als we er dan nog niet uitkomen, kiezen we eerst voor mediation.”

Vertrouwen 

Samenwerken draait om vertrouwen, benadrukt Moeskops. “Als je elkaar vertrouwt, kun je elkaar ruimte geven. Misschien denk je soms: ik zou het zelf anders doen, maar dit is ook goed. Dat is belangrijk. Het scheelt natuurlijk dat we Sherif goed kennen. En we weten dat hij waanzinnig goed kan koken.” Van Dam vult aan: “Zorg dat je plezier maakt, dat is ook belangrijk. Doe niet zo overspannen, houd het leuk. Dat is fijn voor jezelf, voor de samenwerking en voor je personeel.”

Vof of bv?

“De meeste mensen die samen een horecaondernemingen drijven, hebben een vof”, zegt Ben Veenhof, horecaspecialist bij Flynth adviseurs en accountants. Als de eigenaren privé een stel zijn, wordt zo’n samenwerkingsverband meestal man-vrouwmaatschap genoemd. Feitelijk is dat precies hetzelfde als een vof. “De fiscale voordelen zijn groot”, zegt Veenhof. “De partners in de vof hebben ieder zelfstandigenaftrek, mkb-winstvrijstelling en in de eerste jaren startersaftrek. Dat kan jaarlijks zomaar een aftrekpost van 20.000 euro opleveren.” Het nadeel van de vof is dat de eigenaren hoofdelijk aansprakelijk zijn voor schulden. Met samenwerking in een bv voorkom je dat. Maar dan loop je belastingvoordeel mis. Een bv is fiscaal pas interessant als je per persoon meer dan 150.000 euro winst maakt.

Hoe verdeel je de winst?

“Kijk naar vermogen, arbeid en winst. Voor alle drie de aspecten spreek je iets af”, adviseert Bert Hendriks, horecaspecialist bij ABAB Accountants en Adviseurs. Het gebeurt vaak dat de ene eigenaar geld in de zaak kan stoppen en de ander niet. Hendriks rekent voor: “Stel dat de een 50.000 euro vermogen inbrengt. Dan kun je afspreken dat hij daarover bijvoorbeeld 5% rente krijgt, dus 2.500 euro. Vervolgens spreek je af hoeveel uren je in de zaak werkt. Allebei evenveel? Dat is makkelijk. Daarvoor betaal je een reële arbeidsbeloning, bijvoorbeeld 35.000 euro per jaar.” Stel dat de onderneming 100.000 euro winst maakt. Daarvan is 2.500 euro de vergoeding voor vermogen en er gaat 70.000 euro naar twee salarissen. Dan blijft er 27.500 euro over. Dat kun je bijvoorbeeld 50/50 verdelen. Hendriks: “Dat is een mooi model om te starten.”

Hoe kun je succesvol samenwerken?

“Maak afspraken als de relatie goed is”, zegt Bas van Kooten, adviseur bij OAMKB Horeca. “Als de relatie moeizaam is geworden, lukt dat namelijk niet meer.” De afspraken leg je vast in een contract. Volgens Van Kooten is het belangrijk om alles te bespreken, ook de worstcasescenario’s. “Wat doe je als een van de twee wil stoppen of als je ruzie krijgt? Hoe ga je om met ziekte, arbeidsongeschiktheid en aansprakelijkheid?” Ook de beslissingsbevoegdheid afbakenen is belangrijk. “Welk bedrag mag je maximaal uitgeven zonder te overleggen? Dan hoef je elkaar niet voor elk kleinigheidje lastig te vallen, maar je wordt ook niet geconfronteerd met financiële verrassingen.” Als het goed is, heb je het contract nooit nodig. Maar als het fout gaat, ben je blij dat je erop terug kunt vallen. 

Artikel delen