1. Zorg voor goede, rustige verlichting
Veel horecazaken kiezen bewust voor sfeerverlichting: gedimde lampen, veel kaarsen, donkere hoeken. Gezellig, maar voor iemand die slecht ziet is dat ronduit onpraktisch. Probeer een balans te vinden tussen sfeer en zicht. Zorg dat looproutes, trapjes, de bar en de tafels voldoende verlicht zijn. Vermijd harde tegenstellingen, zoals een fel verlichte bar en pikdonkere rest van de zaak. Een paar extra, warme maar heldere lampen kunnen al een wereld van verschil maken.
2. Maak de menukaart goed leesbaar
De menukaart is vaak de eerste barrière. Piepkleine letters, sierlijke fonts en grijze tekst op een donkergrijze achtergrond zijn voor veel mensen al lastig, laat staan voor slechtzienden. Gebruik daarom een duidelijk, rustig lettertype en voldoende contrast (bijvoorbeeld zwarte tekst op een lichte achtergrond). Print desnoods één of twee menukaarten in extra groot lettertype. Ook een digitale kaart via QR-code kan helpen, omdat gasten dan op hun telefoon kunnen inzoomen. Let er wel op dat je personeel dit actief benoemt: “We hebben de kaart ook digitaal als dat fijner leest.”
3. Denk aan praktische hulpmiddelen
Je hoeft geen gespecialiseerd zorgbedrijf te zijn om kleine hulpmiddelen aan te bieden. Een paar eenvoudige voorbeelden:
- Een leesloep achter de bar.
- Stoelen en tafels die niet constant worden verplaatst, zodat de inrichting voorspelbaar blijft.
- Duidelijke, tactiele markering bij trapjes of hoogteverschillen.
Veel slechtziende gasten hebben al een bril of hulpmiddel, vaak aangeschaft bij een opticien zoals Hans Anders of een andere keten. Maar als horecaondernemer kun je met een simpele loep, een extra leeslamp of een duidelijk gemarkeerde opstap net laten zien dat je echt meedenkt.
4. Maak looproutes logisch en vrij van obstakels
Een vol terras, stoelen schuin in het gangpad, kinderwagens langs de bar; het ziet er misschien levendig uit, maar het maakt bewegen lastig. Voor slechtzienden wordt het dan een soort hindernisbaan. Zorg voor een paar logische, vaste looproutes: naar de ingang, naar het toilet, naar de bar. Houd die zoveel mogelijk vrij van losse spullen. Vermijd lage objecten die moeilijk te zien zijn, zoals lage plantenpotten of schemerlampjes op de grond. Vertel bij binnenkomst gerust even: “Het toilet is rechtdoor en dan links, er zijn geen trappen.” Dat klinkt klein, maar kan voor veel rust zorgen.
5. Train je personeel in gastvrije communicatie
De belangrijkste factor blijft je team. Medewerkers die alert en behulpzaam zijn, maken het grootste verschil. Leer ze om:
- Niet te snel aan te nemen dat iedereen alles “wel ziet”.
- Bij twijfel vriendelijk te vragen: “Kan ik helpen met de kaart of met de route naar het toilet?”
- Duidelijk te omschrijven waar iets staat (“rechts naast u”, “voor u op tafel”), in plaats van te wijzen of vaag te zeggen: “Daar”.
Als je slechtziende gasten het gevoel geeft dat ze welkom zijn en dat er met hen wordt meegedacht, komen ze eerder terug; samen met hun vrienden, familie of collega’s.
.jpg)