De 7 zonden van Job Pattinasarany

De 7 zonden van Job Pattinasarany

Wie zonder zonden is, werpe de eerste steen. De horeca kent vele verlokkingen. Aan welke van de zeven hoofdzonden maken wij ons schuldig? Deze keer in de biechtstoel: chef Job Pattinasarany. De bekende kok vormt samen met Perry de Man ‘het ruigste kookduo’ van 24Kitchen. Ook opent hij binnenkort een restaurant: Toko Pindakaas (Rotterdam).

Tekst: Carolien Dircken
Foto’s: Pim Ras

De 7 zonden van Job Pattinasarany

IJdelheid

“Als het over koken gaat: de ijdelheid van gerechten en smaken vind ik heel belangrijk. Ik hou van gezellignonchalant, niet te strak in het stramien, maar het moet er wel mooi uitzien op een bord en de smaken moeten perfect met elkaar in balans zijn. En ik ben ook ijdel als het aankomt op mijn haar, dat moet goed zitten, en mijn kleding. Maar ik draag toch altijd een pet. Hoe anderen naar me kijken, vind ik dan weer niet zo interessant. Dat we bij 24Kitchen af en toe als clowns werden neergezet, vond ik niet erg. Dat zijn we ook. Het was altijd lachen, gieren, brullen. Ik vind het vooral mooi dat ik nu met enige trots naar mezelf kan kijken in de spiegel. Dat ik mezelf, na best wat jaren van teveel werken en teveel uitgaan, op de rit heb gekregen en goed ben gaan nadenken. De enige knoop die ik echt moest doorhakken, was volwassen worden. Door beter keuzes te maken, ben ik waar ik tien jaar geleden over droomde. En nu wil ik groeien.”

Job Pattinasarany

Jaloezie

“Gezonde jaloezie heb ik wel gekend. Ik kon wel eens jaloers zijn op een ander, als die iets had wat ik wilde, of als iemand naar mijn vrouw keek. Maar ik ben nu veertig geworden en heb dat losgelaten, heb leren omgaan met dat gevoel. Je zit jezelf er alleen maar mee in de weg en ik wil die ruis niet meer in mijn leven. Sterker nog: ik gun anderen hun geluk van harte. Ik vind ook echt dat we elkaar, zeker in dit vak, moeten steunen. We moeten samen groeien. Ik heb van Danny Mouthaan, een vriend van mij, duizenden recepturen gekregen. Dat is gunnen, dat is delen, that’s love en zo wil ik het ook doen. Ik ben leermeester en ik wil leerlingen inspireren, motiveren, een steun in de rug geven. Zonder ze klein te houden. En zonder bang te zijn dat ik mijn eigen plekje kwijtraak.”

Woede

“Ik kan wel eens uit mijn slof schieten. Vooral als ik gestrest ben, heb ik een kort lontje. Dan vind ik het irritant dat mensen aan m’n kop zeiken, of te laat komen en reageer ik heftiger dan ik wil. Maar ik ben geen ruziezoeker en kan meestal mijn woede goed onder controle houden. Alleen mensen die het achter mijn rug om over me hebben; daar kan ik woest van worden. Ik ben zelf ook niet altijd de liefste geweest. Ik ben een jongen van de straat, heb veel kattenkwaad uitgehaald: grafitti spuiten in de wereld van rivaliserende groepen die elkaar de kop insloegen voor een tag. Maar de laatste keer dat ik gevochten heb was op de middelbare school. En ik ben oprecht, kan mezelf recht in de spiegel aankijken. Dat vind ik belangrijk.”

Hebzucht

“Daar heb ik helemaal geen last van. Ik kan oprecht met niets gelukkig zijn. Mijn opa kwam van de Molukken en ik denk echt dat ik ook heel gelukkig zou zijn in een hutje. Ook in mijn werk heb ik niet de instelling dat ik iets per se heel gretig wil hebben, maar als er iets moois op mijn pad komt, grijp ik dat aan en ga ik ervoor.”

Luiheid

“Niet lullen maar poetsen, zeggen we hier in Rotterdam. Maar af en toe heb ik helemaal geen zin om te poetsen. Ik ben de koning van het uitstel, maar word dan altijd het slachtoffer van mijn eigen luiheid. Dus tegenwoordig heb ik een agenda en houd ik mijn afspraken goed bij. Ik heb het druk, met drie zaken naast elkaar en wil veel regelen. Daarom lig ik om tien uur in bed en als ik rond zes uur wakker word ben ik fris in mijn hoofd en ga ik een uur lang alles regelen, zodat ik de rest van de dag in mijn comfortzone kan schieten.”

Gulzigheid

“Ik ben een feestbeest geweest. Per (Perry de Man, red.) en ik waren Jut en Jul, we gingen als Peppi en Kokki door de stad. We werkten op de Witte de Withstraat en hingen daar daarna altijd tot diep in de nacht in de lampen én gingen ook nog drie, vier keer per week naar de nacht-Chinees. Het leven was een feest. Dat zag je ook wel: we kwamen kilo’s aan. Nog steeds zijn Kantonees-Chinees en Surinaams eten mijn grootste verleidingen. Ik ben omringd door de beste zaken en vind die keukens geweldig. Maar als ik niet goed eet en teveel drink, krijg ik jicht en kan ik niet meer lopen. Dat is scary. Ik ben bewuster gaan leven. Vanochtend heb ik ontbeten met yoghurt en granola. Ik hoef ook niet meer zo nodig; ik heb geen tijd meer om in de lampen te hangen.”

Job Pattinasarany2

Lust

“Ik voel vooral enorm veel levenslust. Lust om drie zaken te gaan runnen met echte professionals, het plafond te raken, gasten te verwennen en nieuwe dingen te creëren. En ik heb lust om nog meer leuke dingen met mijn kinderen te gaan doen. Ik trek steeds meer terug naar familie en vrienden van vroeger. Vrienden van de straat, die ook allemaal ouder zijn geworden, kinderen hebben, maar met wie ik nog steeds naar Parijs ga om graffiti te spuiten. Daar geniet ik intens van. Ik heb enorm veel zin in het leven. En ik ga er wat van maken.”

Job Pattinasarany

Job Pattinasarany vormt samen met Perry de Man ‘het ruigste kookduo’ van 24Kitchen. Ook opent hij binnenkort een restaurant: Toko Pindakaas (Rotterdam).

Artikel delen