'Sorry can you speak English?' Dit horen we steeds vaker om ons heen en niet alleen bij restaurants of exclusieve boetieks. Ook bij drogisten en supermarkten is de opmars van de Engelse taal onmiskenbaar. Uiteraard is deze trend al langer onderweg, maar waar dit voor de coronapandemie toch vooral een grootstedelijk fenomeen was, ziet horecaondernemer Raul Lansink nu dat de verengelsing vanuit Amsterdam zich als een inktvlek verspreidt naar andere steden.
Tekst: Raul Lansink
Foto: Pim Ras
Voorheen was ik werkzaam in de consultancy en was Engels altijd al de voertaal in schrift. Naarmate er meer Engelstalige collega’s en klanten zich aandienden, veranderde de voertaal ook op de werkvloer. Er hoeft immers maar een niet-Nederlander zich in een groep te mengen en je ziet de taal omslaan. Dit is overigens wel een typisch Nederlands verschijnsel, we tonen immers graag onze kosmopolitische inslag.
Deze openheid heeft kennelijk wel zijn grenzen, want eenmaal in privésferen geven we er doorgaans de voorkeur aan om in het Nederlands te blijven praten. Vandaar het ongemak of zelfs ongenoegen als wij op onbewaakte momenten in de buurtsuper of de fietsenmaker geconfronteerd worden met bovenstaande vraag. Dat ongemak treft ook de boomer die lekker wil genieten in mijn restaurant en de kaart uitgelegd krijgt in het Engels.
Wereldburger of niet, we zullen moeten wennen aan deze nieuwe realiteit. Waar voorheen het Engels keurig opgesloten zat in corporate kringen, luxury retail en hotels, is het nu overal. Restaurants die voorheen vasthielden aan Hollands personeel, leggen zich noodgedwongen neer bij deze realiteit. En dat is niet altijd even makkelijk als je als manager de Engelse taal niet echt goed beheerst.
Raul Lansink is eigenaar van Peruvian fine dining-restaurant NAZKA in Amsterdam. Voordat Raul een aantal jaren terug de overstap maakte naar hospitality, was hij actief in reclame en consultancy en was hij oprichter van digital agency Favela Fabric.