Drank en drugsgebruik in de horeca: 'Het gebeurt achter je rug om'

Drugsmisbruik in de horeca

Drank en drugsgebruik in de horeca: 'Het gebeurt achter je rug om'

Drank- en/of drugsgebruik door werknemers in de horeca: het gebeurt én wordt gedoogd. Niet zo gek, er is immers een tekort aan (goed) personeel. Ron Blaauw en Michiel van der Eerde maken zich zorgen. “Als je een clean bedrijf wilt, moet je soms je halve brigade naar huis sturen.”

Tekst: Britt van Os

Ongezond drank- en/of drugsgebruik door horecamedewerkers is een serieus probleem. “En het begint flink uit de hand lopen”, begint chef-kok en ondernemer Ron Blaauw (van o.a. Ron Gastrobar). Hij maakt zich zorgen. “Er zijn zoveel horecaondernemers die zeggen dat er in hun zaak geen sprake is van drank- of drugsgebruik. Onzin. Dat is hetzelfde als zeggen dat er niet gestolen wordt. Beide dingen gebeuren overal.”

Werkdruk

Een van de oorzaken van het misbruik is de hoge werkdruk; zolang die niet verandert, verdwijnen het alcoholisme en de drugscultuur ook niet. Blaauw: “Werken in de horeca is over het algemeen zwaar, dat weten we allemaal. Iemand heeft daarna nog volop adrenaline en dus wil hij dan nog even wat drinken. De volgende dag is het echter gewoon weer presteren. Je ziet dan dat medewerkers drank en drugs gebruiken om het energieniveau te verhogen. Bovendien is de verleiding van het uitgaansleven groot.”

'Als je kiest voor 3 of 4 sluitdrankjes, komen mensen al snel in een andere stemming'

Gebruik voorkomen

Overmatig drank- en drugsgebruik heeft uiteraard veel gevolgen voor een horecazaak. Zo melden medewerkers zich sneller ziek en worden er meer fouten gemaakt. Dat kost geld. Daarnaast is het volgens Blaauw zeer schadelijk voor het imago van de hele branche, dat toch al niet erg goed is. Tijd dus om het probleem aan te pakken. Zo kunnen werkgevers een deel van het drank- en drugsgebruik voorkomen.

Blaauw heeft bijvoorbeeld sinds begin vorig jaar in al zijn zaken een duidelijke regel: één sluitdrankje. Daarna is het de bedoeling dat iedereen naar huis gaat. “Wij zien aan de frisheid van het personeel dat het helpt. Als je kiest voor 3 of 4 sluitdrankjes, komen mensen al snel in een andere stemming en is de verleiding groter om daarna nog even de stad in te gaan. En dan gaat het fout.”

Toch is een goede naborrel af en toe ook belangrijk, zegt Blaauw. Daarom organiseert hij eens in de maand een happy hour voor al zijn personeel. Blaauw: “Dit duurt dan zo’n 1,5 tot 2 uur. Het voordeel hiervan is dat ik veel meer controle heb. Bovendien ontstaat er een betere band onderling.”

Chronisch misbruik

Helaas hebben werkgevers natuurlijk niet altijd de controle over hun personeel, zegt chef-kok en ondernemer Michiel van der Eerde van BAUT in Amsterdam. “Mensen die echt een verslaving hebben zijn ziek en halen letterlijk álles uit de kast om maar te gebruiken. Drank is bovendien altijd aanwezig in een horecazaak, dus ze komen continu in de verleiding. In het magazijn of gauw even tussendoor … Het gebeurt gewoon achter je rug om.”

Dit geldt ook voor drugsgebruik. Blaauw: “Iemand stuurt even een appje en niet veel later komt er een scootertje aanrijden. Even de wc in, een snuifje, en klaar. Het is absoluut verboden bij ons, maar het gebeurt.”

'Als ik alcohol- of drugsmisbruik bij m’n medewerkers ontdek, kan ik ze niet zomaar ontslaan'

Hoe moeten werkgevers dan omgaan met mensen die chronisch misbruiken? Blaauw en Van der Eerde geven eerst een officiële waarschuwing. Bij een tweede keer wás het ontslag op staande voet, maar beide kiezen hier tegenwoordig niet meer voor. Het lost het probleem immers niet op, zeggen ze. Bovendien: “Goed personeel vinden en houden is in deze tijd bijna niet te doen. Als ik alcohol- of drugsmisbruik bij m’n medewerkers ontdek, kan ik ze niet zomaar ontslaan. Die luxe hebben we als werkgevers niet”, zegt Van der Eerde.

Eén stap richting verbetering is dan gesprekken voeren met iemand, maar dat vinden beide ondernemers wel lastig. “Iedereen heeft weleens een kater, dat gebeurt nou eenmaal”, zegt Van der Eerde. “Maar soms zie je als ondernemer de ernst van het probleem niet. Het zal allemaal wel meevallen, denk je dan. Als werkgever zit je soms dus ook in een ontkenningsfase.” Blaauw bevestigt dat. “Totdat je hoort dat een personeelslid zich kapot heeft gereden, dan ga je er echt wel over nadenken.”

Gedragsverandering

Als duidelijk is dat iemand een groot drank- en/of drugsprobleem heeft, is het voor een werkgever tijd om andere partijen in te schakelen. Zo gaat Van der Eerde te allen tijde in gesprek met de ouders van de gebruiker, hoe oud diegene ook is. Blaauw schakelt speciaal voor dit soort problemen gedragstrainer Marco Wins in. Blaauw: “Het zijn vaak jonge talenten die niet beseffen dat ze heel ver kunnen komen. Ze maken zichzelf kapot.”

Wins bevestigt bovendien dat klakkeloos mensen ontslaan geen zin heeft. “Als je een clean bedrijf wilt, kan het betekenen dat je je halve brigade naar huis kunt sturen. Je moet het probleem bij de wortel aanpakken. Door middel van gesprekken en trainingen, kun je vervolgens gedragsverandering realiseren.” Volgens hem is in de meeste gevallen het tij echt te keren. “Vooral bij jongeren zit het vaak nog niet in het patroon; ze gebruiken nog niet structureel en dus kun je ze vaak laten inzien dat ze verkeerd bezig zijn.”

Artikel delen