Horeca cao: ontslag met wederzijds goedvinden, zo pak je het aan

Horeca cao: ontslag met wederzijds goedvinden

Horeca cao: ontslag met wederzijds goedvinden, zo pak je het aan

Een werknemer ontslaan blijkt in de praktijk vaak niet eenvoudig. Het proces kan eindigen in een gang naar de kantonrechter of je hebt goedkeuring nodig van het UWV. Maar je kunt er ook samen uitkomen en de arbeidsovereenkomst beëindigen door ontslag met wederzijds goedvinden. Wat zijn je rechten en plichten in de horeca cao? Zo pak je het aan.

Ontslag met wederzijds goedvinden

Als werkgever kun je een vast contract van een medewerker niet zomaar opzeggen. Dit kan alleen in de proeftijd van je medewerker, bij ontslag op staande voet, bij ontslag via de kantonrechter of het UWV, of bij ontslag met wederzijds goedvinden. Over deze laatste optie gaat dit artikel, want als je de arbeidsovereenkomst van je werknemer in goed overleg wil beëindigen is dit de beste optie. Het is ook de meest voorkomende vorm van ontslag. Bij ontslag met wederzijds goedvinden maak je namelijk samen afspraken over het ontslag en de praktijk wijst uit dat dit voor zowel de werknemer als de werkgever (jij), de gunstige afwikkeling van de arbeidsovereenkomst is. Belangrijk hierin is dat de werknemer schriftelijk bevestigt dat hij/zij vrijwillig instemt met het ontslag.

Contract voor onbepaalde tijd

Ontslag met wederzijds goedvinden is in principe alleen van toepassing op het beëindigen van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Als je werknemer een contract heeft voor bepaalde tijd en je wilt dit contract beëindigen, dan loopt dit contract vanzelf af vanwege rechtswege. Je moet dan alleen de werknemer op tijd informeren dat het contract niet verlengd wordt. Deze aanzegtermijn bedraagt één maand.

In de horeca wordt veel gebruikgemaakt van nulurencontracten, deze zijn in de meeste gevallen ook voor bepaalde tijd. Bij het opzeggen van een oproepovereenkomst, zoals een nulurencontract, dien je rekening te houden met de duur van de overeenkomst. De regels hiervoor zijn hetzelfde als bij andere arbeidscontracten. Is de contractduur korter dan vijf jaar, dan geldt een opzegtermijn van één maand.

Beëindigingsovereenkomst opstellen

Ontslag met wederzijds goedvinden is de meest voorkomende vorm van ontslag. Je hoeft namelijk geen ontslag aan te vragen bij de kantonrechter of een aanvraag indienen via het UWV. Ook hoef je geen transitievergoeding te betalen, omdat je een ontslagvergoeding betaalt. Deze ontslagvergoeding bepaal je samen met je werknemer. De kans is groot dat je werknemer wel aanspraak op de transitievergoeding wil maken, maar dit is dus niet verplicht. Je kunt deze wens wel meenemen in de onderhandelingen.

De uiteindelijke ontslagvergoeding leg je vast in de beëindigingsovereenkomst (dit heette vroeger de vaststellingsovereenkomst). De ontslagvergoeding is het bruto bedrag dat je werknemer ontvangt. Ook leg je vast wanneer en in welke termijnen dit wordt uitbetaald. Verder maak je afspraken over de einddatum van het contract, de afwikkeling of overschrijving van het pensioen en het verstrekken van een getuigschrift.

model beëindigingsovereenkomst

KHN heeft een model beëindigingsovereenkomst opgesteld die je kunt gebruiken. Het is belangrijk dat je de juiste opzegtermijn hanteert. De wettelijke opzegtermijn geldt als wachttijd voor de WW-uitkering. Het recht op een uitkering ontstaat pas na het verstrijken ervan.

De opzegtermijn van een werkgever bedraagt:

  • 0 tot 5 jaar: 1 maand
  • 5 tot 10 jaar: 2 maanden
  • 10 tot 15 jaar: 3 maanden
  • 15 jaar of langer: 4 maanden

Let op: leg in de beëindigingovereenkomst vast dat het ontslag op jouw verzoek is. Anders kan de medewerker geen WW–uitkering aanvragen. Als de werknemer zelf het initiatief neemt voor ontslag heeft hij geen recht op een WW-uitkering.

Tot slot is de de finale kwijting een belangrijk onderdeel van de beëindigingsovereenkomst. De werknemer en jij doen hierin schriftelijk afstand van overige afspraken en rechten, behalve die in de beëindigingsovereenkomst staan.

Bedenktijd

Vanaf de datum van ondertekening van de beëindigingsovereenkomst heeft je werknemer een bedenktijd. Hij kan binnen veertien dagen terugkomen op het besluit en de schriftelijke instemming herroepen. Hier hoeft geen motivatie voor gegeven te worden. Deze termijn wordt verlengd naar 21 dagen als in de beëindigingsovereenkomst niet is opgenomen dat werknemer een herroepingsrecht heeft. Herroept de werknemer de overeenkomst; dan blijft hij in dienst en moet je (samen) naar een nieuwe oplossing zoeken.

Artikel delen