COLUMN Iris Kranenburg: het nieuwe toverwoord

COLUMN Iris Kranenburg: het nieuwe toverwoord

Met de versoepelingen die Rutte vanavond voor de horeca bekendmaakte (o.a. per 1 juni maximaal dertig gasten per horecazaak en per 1 juli maximaal honderd), wordt spreiding het nieuwe toverwoord. Want dat zal nodig zijn om zoveel mogelijk gasten op één dag te kunnen ontvangen en op die manier weer omzet te draaien. En dat is nu echt hard nodig.

Maar hoe verleid je de Nederlander, die gewend is om om 12.30 uur te lunchen en om 19.00 uur te dineren, tot een lunch om 11.00 uur of een diner om 21.30 uur? Misschien door dynamische prijzen toe te passen voor verschillende tijdstippen. Iets wat er in de horeca tot nu toe nooit echt doorheen kwam, in tegenstelling tot de luchtvaart- en energiebranche.

Of door effectieve partnerships aan te gaan met culturele instellingen, zoals bioscopen, musea, theaters en poppodia. Met als resultaat aantrekkelijke arrangementen die voor beide partijen iets oplevert: dineren om 16.00 uur, gevolgd door een museum- of bioscoopbezoek om 19.00 uur. Of tot 20.30 uur naar het museum of de bioscoop en dineren om 21.00 uur. Ook samenwerking met plaatselijke VVV’s en zelfs met natuurbeheerders kunnen mogelijkheden bieden voor nieuwe arrangementen: een vroege ochtendwandeling door het bos met aansluitend een uitgebreide brunch in het restaurant in de buurt.

Voor dit soort samenwerkingen is wel flexibiliteit in openings- en aanvangst-tijden nodig van zowel de horeca als bioscopen, theaters, musea en andere instellingen. Maar op die manier kun je wel reserveringen perfect op elkaar aan laten sluiten en interessante totaalpakketten aanbieden. Met natuurlijk kansen voor cafés en bars om het aanbod verder te versterken. Hiermee verleid je de gast om op andere momenten te gaan eten (en drinken) dan dat hij gewend was. 

Kortom, samenwerken zal meer dan ooit nodig zijn. Want het geheel is meer dan de som van de delen.

Artikel delen