Interview met Michel Ruijgrok van Estida

Het is een tijd van onzekerheid en verandering. Ook Michel Ruijgrok van interieurdesignbureau Estida merkt dat. Hij vertelt welke projecten er nog wél lopen en welke vragen Estida vooral krijgt vanuit de horeca. "We zien veel ondernemers die hun concept moeten aanpassen om te overleven."

Als deze lockdown voorbij is, opent restaurant Rouhi in The House of Rituals. Wat kunnen we daarvan verwachten?

“Rouhi is een hoogwaardig restaurant waar heel goed gekookt wordt en dat onderdeel uitmaakt van “belevingswarenhuis” The House of Rituals. Estida heeft het design van het restaurant verzorgd. We zijn jaren met Rituals in gesprek geweest om de sfeer neer te zetten die past bij de beleving die ze willen bieden. Zoals The House of Rituals meer is dan een warenhouse, is Rouhi meer dan een restaurant: het moet voeding voor de ziel bieden. Daarom hebben we een interieur neergezet dat luxe en tijdloos is, met oosterse en koloniale invloeden, maar in de stijl van ‘the roaring twenties’ en Chicago. We hebben veel marmer en messing gebruikt en rotan en bamboe in luxe uitvoering.”

Een groot project in deze tijd…

“Ja, een spraakmakend project. Aan begin van de coronacrisis, tijdens de eerste lockdown, leek het er even op dat het stopgezet zou worden. Maar gelukkig pakten de cijfers voor Rituals beter uit dan verwacht en kon het project toch op gang komen. Helaas is de opening nu uitgesteld door de tweede lockdown. Na een relatief goede zomer is dat voor veel van onze klanten echt weer een klap.”

Hoe is dat voor Estida?

“Wij hebben ons aangepast aan de huidige markt. Het bureau is kleiner geworden, net als de aanvragen voor projecten die we krijgen.”

Welke vragen komen er nu vooral, vanuit de horeca?

“We zien veel ondernemers die hun concept moeten aanpassen om te overleven. Denk maar aan de horecazaken in Amsterdam centrum: die draaiden vooral op buitenlandse toeristen, maar die zijn er niet meer. Wij denken nu mee over manieren om Amsterdammers te trekken, en toeristen uit eigen land. Dat vraagt echt om aanpassingen in concept en interieur. De naam, de kaart, de kwaliteit van het eten, maar ook het zitcomfort en de sfeer moeten goed zijn. Je wilt dat mensen terugkomen. Maar we zien bijvoorbeeld ook zakelijke hotels die zich meer willen gaan richten op leisure, omdat hun zakelijke gasten voorlopig echt niet terugkomen.”

Is er geld voor zulke investeringen in interieur?

“Ja, omdat het noodzakelijk is. Een concept veranderen betekent overigens niet dat we het complete interieur verbouwen. Zoals ik eerder al aangaf wordt het hergebruiken van materialen steeds belangrijker. Als een bar nog prima is, hoef je die niet uit een zaak te slopen en af te voeren. Je kunt ‘m opnieuw gebruiken. En het is slim om als ondernemer te investeren in kwaliteit. Als iets goed gemaakt is, gaat het lang mee. Ook uitgesproken design kan tijdloos zijn.”

Je gaf al aan dat deze tijd dat bewuste gebruik van materialen in de hand werkt. Zie je nog meer (enigszins) positieve ontwikkelingen in deze tijd?

“Het zet je op scherp, merk ik. Ik ben me er heel bewust van hoe ik mijn tijd indeel en richt me nog meer op goed contact met onze klanten. We willen iedereen zo goed mogelijk bedienen. Ook als het om kleine aanvragen gaat. Het is onderdeel van ons vak om de trends te blijven volgen. Als die trends nu in kleine projecten zichtbaar worden, is dat waar we ons mee bezig willen houden. Zo blijven we in contact met de markt.”