De manier waarop we eten verandert snel, en vega(n) producten spelen daarin een steeds grotere rol. De Vegetariërsbond, de organisatie achter het V-Label in Nederland, identificeerde belangrijke trends die in 2025 een grote impact zullen hebben op de voedingsmarkt. Deze trends zijn gebaseerd op de jaarlijkse Vegamonitor, ontwikkelingen binnen het klantenbestand van het V-Label en observaties van experts in de sector.
Hoewel de gemiddelde Nederlander in 2024 nog 75 kilo vlees per jaar at, blijft de consumptie langzaam dalen. Dit gebeurt ondanks de stijging van het aantal vleesminderaars. Uit de Vegamonitor blijkt dat 46% van de Nederlanders minimaal drie dagen per week geen vlees eet. Vooral jonge vrouwen spelen hierin een sleutelrol: 28% geeft de voorkeur aan vegetarische producten. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat bijna de helft van de Nederlanders openstaat voor minder vleesconsumptie. De groei van het V-Label, dat in Nederland inmiddels ruim 5500 gecertificeerde producten telt, onderstreept deze verschuiving.
Plantaardige alternatieven voor vis worden steeds populairder, vooral onder Europese flexitariërs die op zoek zijn naar vervangers voor zalm en tonijn. Gezien de overbevissing en de groeiende vraag naar vis – geschat op 21,5 kg per persoon in 2030 – is er een dringende behoefte aan duurzame alternatieven. In 2025 zal het V-Label diverse innovatieve visvervangers goedkeuren, waaronder plantaardige tonijn- en zalmspread van KIPS.
De omzet van plantaardige melk blijft stijgen. In 2023 en begin 2024 groeide deze markt met 8,2% ten opzichte van 2022. Haverdrinks vormen met 42% het grootste segment. Opvallend is dat acceptatie van plantaardige zuivel sterk verschilt per doelgroep en regio: hoger opgeleiden en inwoners van West-Nederland staan er het meest voor open. Ook plantaardige kaas is in ontwikkeling, al worden de eerste echt smakelijke varianten pas na 2025 verwacht.
Vleesvervangers worden vaak gezien als ongezonde, bewerkte producten. Toch zijn ze gemiddeld minder zout dan bewerkt vlees, zoals spek en worst. Producenten werken hard aan gezondere varianten. Zo wil Vivera in 2030 minstens 80% van zijn producten binnen Nutriscore A of B laten vallen. Garden Gourmet heeft dit al grotendeels gerealiseerd.
Niet alle plantaardige alternatieven worden even enthousiast ontvangen. Waar termen als ‘havermelkelite’ soms opduiken, blijven tofu en tempeh voor veel Nederlanders een brug te ver. Bonen en peulvruchten daarentegen worden breed geaccepteerd: slechts 12,9% van de Nederlanders ziet ze niet als passend binnen hun leefstijl. Voor wie minder vlees wil eten, bieden ze dus een toegankelijk en voedzaam alternatief.