De ene werknemer woont dichtbij, de andere verder weg. Welke situatie ook geldt: als werkgever krijg je hoe dan ook te maken met de vraag of je reiskosten moet vergoeden. Ben je hiertoe verplicht? En wat staat erover in de horeca-cao? Entree zet de regels voor je op een rij.
In de horeca-cao (2025–2026) staat géén verplichte regeling over woon-werkreiskosten. Dat betekent dat werkgevers zelf mogen beslissen of ze reiskosten vergoeden. Kies je ervoor om reiskosten voor medewerkers in de horeca te vergoeden, dan moet je rekening houden met de fiscale regels van de Belastingdienst.
Let op: sinds 2 augustus 2025 is de horeca-cao algemeen verbindend verklaard (avv). Dat betekent dat de cao nu ook geldt voor werkgevers die niet zijn aangesloten bij KHN, zolang ze onder de werkingssfeer van de cao vallen.
Werknemers reizen op verschillende manieren: met de auto, het ov, of een combinatie. De fiscale kaders zijn:
Als werkgever moet je een goede administratie bijhouden. De Belastingdienst stelt dat:
Voor vaste reiskostenvergoedingen geldt een beperking bij ziekte:
Werkgevers en werknemers kunnen in de arbeidsovereenkomst aanvullende afspraken opnemen, bijvoorbeeld over het (tijdelijk) stopzetten van de vergoeding bij langdurige ziekte.
Moet een werknemer tijdens werktijd reizen (bijvoorbeeld voor inkopen, leveringen of vergaderingen), dan geldt dat je ook hiervoor een vergoeding kunt geven. Dezelfde fiscale regels zijn hierop van toepassing.