Horecaondernemers aan de Nederlandse kust dreigen toeristen te verliezen door sterk oplopende kosten en prijzen. Een dagje strand kan al snel 100 euro kosten, waardoor zowel binnen- als buitenlandse gasten afhaken. Volgens ING-expert Sjuk Akkerman ligt de sleutel tot herstel in een betere prijs-kwaliteitverhouding en meer investeren in gastvrijheid.
Bron: ING
De aanhoudende prijsstijgingen (veroorzaakt door inflatie, hogere inkoop- en energiekosten, en stijgende lonen) raken de hele horecasector. In 2024 stegen horecaprijzen al met gemiddeld 6 procent; voor 2025 wordt een toename van nog eens 5 procent verwacht. Daarnaast zijn de lonen begin 2025 opnieuw verhoogd: met 2,5 procent in januari en nog eens 1 procent per 1 juli.
Een nieuwe dreun volgt begin 2026, wanneer het btw-tarief op logies omhooggaat van 9 naar 21 procent. Hotelkamers en vakantieverblijven worden daarmee gemiddeld 11 procent duurder.
Volgens Akkerman zorgen de stijgende kosten ervoor dat met name buitenlandse toeristen afhaken. Duitse gasten, traditioneel goed vertegenwoordigd aan de Nederlandse kust, klagen bijvoorbeeld over hoge prijzen in badplaatsen als Scheveningen en Egmond aan Zee. “Het wegblijven van toeristen raakt niet alleen de horeca, maar ook de bredere lokale economie", waarschuwt hij.
Ondanks de prijsdruk liggen er volgens Akkerman ook kansen. “Toeristen zijn bereid te betalen, zolang de prijs-kwaliteitverhouding klopt. Investeren in gastvrijheid, service en beleving is dan ook essentieel.”
Ook gemeenten spelen hierin een rol. Zij kunnen de aantrekkelijkheid van de kustregio versterken door belasting- en parkeerbeleid aan te passen, bijvoorbeeld met dagpassen of kortingen voor langer verblijf.
Zonder aanpassingen bestaat het risico dat buitenlandse gasten wegblijven of alternatieve bestemmingen kiezen, met dalende omzetten en mogelijke sluitingen als gevolg. Akkerman: “De Nederlandse kust moet concurreren op kwaliteit, niet alleen op prijs.”
^Beleving bij Encore by Simonis in Scheveningen, gemaakt door o.a. Victor van Leeuwen

