Analyse van de markt
Naast het analyseren van de planologische mogelijkheden in het omgevingsplan is het ook belangrijk te kijken hoe de markt functioneert. Hoe gaat het met de bedrijven; qua aantallen en bestedingen van gasten, hotel-/restaurantbezetting, prijzen, etc. Welk aanbod en welke vraag is er, wat is de omvang daarvan en de kwaliteit?
We kijken naar cijfers, naar Koopstromenonderzoeken en we gaan in gesprek met horecaondernemers, met KHN en andere belanghebbenden en experts. We spreken en we rekenen ons een paar slagen in de rondte. Ook als een ondernemer een aanvraag doet voor een nieuw bedrijf of concept, dat planologisch daar niet is toegestaan, moet hij een procedure doorlopen waar onder andere een ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’ voor nodig is.
Dat wil zeggen: je moet onderbouwen dat er marktruimte is en dat je niet de markt gaat ontwrichten waardoor er ruimtelijk ongewenste effecten ontstaan: leegstand. Dat is vaak een omslachtige en kostbare procedure voor die ondernemer, maar dat is nu eenmaal voorschrift. De macht van de overheid is beperkt, die mag enkel ruimtelijk ordenen en niet economisch.
Marktruimte bepalen
Op de vraag of er marktruimte is, geven horecaondernemers vaak de reactie: stop! Er kan niks meer bij. Volgens mij vooral vanuit emotie, misschien wel angst, maar zelden vanuit een zorgvuldige inschatting van de markt. Maar wanneer is er sprake van veel of weinig horeca in een gebied? Waar zet je dat tegen af? Het aantal supermarkten is immers sterk gerelateerd aan het aantal inwoners. Meer supermarkten maakt niet dat je meer koopt of vaker naar de supermarkt gaat.
Bij horeca is dat wezenlijk anders. We kennen allemaal dorpen en steden waar meer horeca is dan misschien wel rekenkundig uit te leggen of reëel is op basis van het aantal inwoners, maar waar de boel goed draait qua omzet, en er zelfs nog meer marktruimte is.
*De tekst gaat verder onder de foto