Loonsverhoging horeca met 3%

Loonsverhoging horeca met 3%

FNV Horeca en CNV Vakmensen hebben met werkgeversorganisatie Koninklijke Horeca Nederland (KHN) een onderhandelingsakkoord bereikt voor een nieuwe cao horeca.

Het resultaat is een loonsverhoging van in totaal 3% voor alle vakkrachten met een loon tussen het basis- en eindloon van de loontabel. Deze nieuwe cao gaat per 1 januari 2020 in en heeft een looptijd van een jaar. In het resultaat zijn de mogelijkheden van de Wet arbeidsmarkt in balans opgenomen zodat via de cao de wet beter toepasbaar wordt. Bijvoorbeeld bepalingen rond oproepovereenkomsten en seizoencontracten. Robèr Willemsen, voorzitter KHN: "Het is voor werkgevers en medewerkers belangrijk dat er nu duidelijkheid is over een nieuwe cao en wat daarin staat over de toepassing van de Wet arbeidsmarkt in balans."

Behaalde onderhandelingsakkoord

Het onderhandelingsakkoord houdt in:

  1. een loonsverhoging van 3% voor alle werknemers die een loon hebben tussen basis en eindloon van de huidige cao-loontabel. Daar staat tegenover dat de jaarlijkse prestatieverhoging die afhankelijk is van beoordelen, per direct wordt afgeschaft. Een al toegezegde verhoging op basis van beoordelen wordt met de 3% verrekend. Daarna wordt het nieuwe loon getoetst aan het minimum van de nieuwe loontabel.
  2. dat elke medewerker met een loon boven het eindloon per 1-7-2020 een eenmalige uitkering ontvangt van €100 als hij of zij 3 jaren (2017, 2018 en 2019) geen bruto loonsverbetering buiten de cao om is toegekend.
  3. dat een medewerker eerder vakkracht wordt doordat een vakdiploma en/of ervaring bij een andere werkgever meetelt.
  4. dat de sociale agenda verplicht wordt en voortvarend door sociale partners wordt opgepakt. Dat moet leiden tot nieuwe inzichten en regelingen rond het beschrijven van functies en de uitwerking ervan in (loon)waardering en vooruitzichten binnen het bedrijf (of erbuiten).
  5. dat de nieuwe cao ingaat op 1 januari 2020 en een looptijd heeft van één jaar.
  6. de invoering van de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) wordt voor de praktijk iets meer werkbaar gemaakt door:
  • de oproeptermijn bij een oproepovereenkomst te verkorten van 4 dagen naar 24 uren tevoren.
  • voor seizoenen de tussenpoos in de keten van bepaalde tijd contracten van maximaal 6 maanden te verkorten tot maximaal 3 maanden. Het is seizoenwerk als het werk voor die ene seizoenkracht minder dan 9 maanden in een jaar beschikbaar is en kan worden gedaan. Hierdoor ontstaat geen contract voor onbepaalde tijd.
  • bij omstandigheden van seizoen en afhankelijkheid van klimaat en natuur (zoals strandhoreca, seizoenhotels en seizoenterrassen) zijn nieuwe verplichtingen uit de Wab als de oproeptermijn, het doen van extra uitbetalen als een oproep last minute wijzigt of een verplicht aanbod van arbeidsomvang na 12 maanden niet van toepassing
  • uitsluitend voor de nieuwe invalkracht nul-uren kan nog het principe 'geen werk, geen loon' toegepast worden. Voor deze invalkracht geldt dat hij zelf een opzegtermijn van een dag heeft. Maar ook voor die invalkracht geldt dat na elke 12 maanden een verplicht Wab-aanbod moet worden gedaan voor een vaste arbeidsomvang met loonbetaling.

Op dit moment geldt er nog een onderhandelaarsresultaat, dat betekent dat iedere partij het resultaat voor goedkeuring voorlegt aan de eigen achterban. De formele uitkomst van die procedures wordt uiterlijk 16 december 2019 verwacht.

Artikel delen