Het horeca-design van meerdere nieuwe, popualaire restaurants in Amsterdam komt van Lisa Boissevain. Met haar bedrijf Investerior ontwierp ze onder andere Little Bonfire, The Marlin Bar, Brasserie Margaux en Williams Farmhouse. Een gesprek over trends, de kracht van licht en haar werkwijze. “Ik kan uren zoeken naar nét dat ene lampje of kunstwerk.”
Tekst: Monique van Loon
Foto's: Isabel Bronts, Flare Department, Studio Soon
De weg van Lisa Boissevain naar het vak van designer was allesbehalve traditioneel. Ze werkte jarenlang in online marketing, tot ze werd gevraagd het interieur te ontwerpen voor de Chin Chin Club, de zaak van haar partner. Het project bleek bepalend: het leerde haar dat ontwerp draait om sfeer, om een gevoel dat je niet kunt forceren maar wel kunt regisseren.
“Ik hoor vaak dat mijn zaken een ziel hebben, alsof ze er altijd al hebben gezeten. Dat vind ik het grootste compliment”, zegt Boissevain. “Qua stijl is het vaak comfortabel en warm, met een vleugje klassiek en luxe. Rijke materialen, veel maatwerk, met een mix van unieke – soms vintage – stukken."
"Ik kan uren zoeken naar nét dat ene lampje of kunstwerk. Ik werk weinig met grote meubelleveranciers, om te voorkomen dat je binnenloopt en denkt: die stoelen heb ik al in vijf andere zaken gezien.”
*Tekst gaat verder onder de foto.
Haar designs zie je de laatste jaren steeds vaker terug in Amsterdamse horecazaken (zie groene kader). Haar meest recente project is Hendrik Amsterdam, in het oude pand van Le Garage: een oud-Hollands eethuis met een knusse en toegankelijke sfeer, dat begin december opent. Het ontwerpproces begint voor haar altijd bij het concept.
“Soms is er alleen een locatie en een globaal idee; dan denk ik mee over naam, doelgroep en sfeer. De routing en functionaliteit bepaal ik samen met de ondernemer. Ik bewaak de styling: kleurgebruik, materialen, verlichting, kunst. Ik laat bewust wat open eindjes over om op het laatst nog te kunnen finetunen. Ik ben dé contactpersoon voor opdrachtgever, aannemer en leveranciers, wat overzicht geeft.”
*Tekst gaat verder onder de foto's van The Marlin Bar in Amsterdam.
Een terugkerend element in haar werk is licht. Omdat haar eerste projecten geen daglicht hadden, werd ze gedwongen zich in verlichting te verdiepen. “Dat heeft me geleerd wat licht met een ruimte doet. Zeker in avondzaken is het misschien wel het belangrijkste onderdeel. Ik ben allergisch voor ‘slecht’ licht: een verkeerde lichtkleur of te felle lampen. Ik plan veel verschillende lichtpunten in, en sommige ondernemers investeren in een systeem waarmee je per ruimte en dagdeel lichtscènes kunt instellen. Dan druk je op één knop en staat alles goed.”
*Tekst gaat verder onder de foto.
Boissevain probeert weg te blijven van trends, maar raakt geïnspireerd door zaken in Parijs en Londen. Ze ziet steeds vaker een mix van stijlen: zoals strak chroom gecombineerd met houten wandpanelen en antieke elementen. “Wat me verder opvalt, is dat een bepaalde eenvoud terugkomt. Quiet luxury: luxe uitstralen door dingen juist weg te laten en heel bewuste keuzes te maken. Niet elke wand hoeft vol lijsten, niet elk oppervlak hoeft aangekleed.”
*Tekst gaat verder onder de foto's van Williams Farmhouse en Hasta la Vista Baby in Amsterdam.