Van Giethoorn tot China: familiebedrijf De Dames van De Jonge verlegt grenzen
Tussen de boerderijen en de grachten van Giethoorn ligt hotel-restaurant De Dames van De Jonge. Aan het roer van het familiebedrijf staat Gabriella Esselbrugge, de derde generatie die de traditie van gastvrijheid voortzet én verlegt, van het Overijsselse platteland tot diep in China. “Ik geloof in de maakbaarheid van toerisme.”
Tekst: Roy Timmerman
Hoofdfoto: Drie generaties Dames van De Jonge
Om eerst maar eens een misverstand recht te zetten: ja, het is op piekdagen soms filevaren op de Dorpsgracht, maar dat is slechts een paar dagen per jaar in een klein deel van Giethoorn. Honderdduizenden toeristen bezoeken jaarlijks het dorp met nog geen 3.000 inwoners, maar Gabriella Esselbrugge gruwt van het imago ‘Hollands Venetië’ – Giethoorn is een lintdorp en er is ruimte zat op het water, zegt ze.
De eigenaresse van hotel-restaurant De Dames van De Jonge, gelegen in het noordelijke deel van het dorp, zet zich dan ook naast het leiden van het hotel in voor spreiding van de drukte en bezoekers bewust maken van het (natuur)aanbod in de nabije regio. Maar daarover later meer.
Van boerderij tot homestay
Esselbrugge is de trotse eigenaar van familiebedrijf De Dames van De Jonge. Een homestay met achttien kamers en een restaurant, dat bestaat sinds 1958, toen haar opa, een aannemer uit Giethoorn, verliefd werd op Geesje, een jonge boerendochter uit Giethoorn.
Samen bouwden ze aan een nieuwe toekomst. Letterlijk, want opa verbouwde een vervallen boerderij tot een pension, geholpen door oma’s eindeloze energie en natuurlijke gastvrijheid. Gasten werden ontvangen aan de keukentafel, groenten kwamen uit de eigen moestuin en wie wilde helpen in het rietland was van harte welkom.
Deze kleinschalige aanpak groeide uit tot een hecht familiebedrijf waarin werk en privé volledig door elkaar liepen. "Het gezin was onderdeel van het hotel, en het hotel onderdeel van het gezin", vertelt Esselbrugge. Haar moeder Roelie bouwde het pension verder uit, met oog voor comfort en modernisering, tot een kleinschalig viersterrenhotel, waarbij gastvrijheid en kwaliteit altijd voorop bleven staan.
Terugkeer naar de wortels
Esselbrugge groeide op in het hotel, werkte als kind al mee in het restaurant, voer gasten rond op de grachten en gaf rondleidingen. Haar oma was van het kaliber ‘niet lullen, maar poetsen’.
“Was ik na de late restaurantshift ’s nachts klaar, kon ik ’s ochtends vroeg weer ontbijt maken. Daar heb ik een tik aan overgehouden, in positieve zin hoor. Je leert hard werken, daar is niks mis mee. Mijn ouders lieten me altijd vrij, het was geen vanzelfsprekend dat ik het bedrijf zou overnemen. Het hoefde niet, maar het mocht wel. Dat is heel goed voor me geweest, ik heb daardoor altijd verder gekeken dan het hotel.”
*Tekst gaat verder onder de foto's van verschillende generaties van Dames van de Jonge.
Ze ging uiteindelijk de hotelschool doen en na een extra studie communicatiewetenschappen en functies bij onder meer Booking en Golden Tulip, keerde ze in 2005 terug naar Giethoorn. Altijd als ze in die jaren langs de meren terugreed, het riet zag wuiven en de boten zag varen, voelde ze: hier ben ik thuis. Ze was 25 toen ze besloot om definitief terug te keren en het familiebedrijf verder te ontwikkelen. Niet door alles radicaal om te gooien, helemaal niet zelfs, maar wel door verder te kijken, zoals ze had geleerd.
Want na de herfstvakantie was het wel erg stil in het dorp. Het doel werd een internationale toekomst voor zowel het hotel als de regio. Want, zo dacht ze: "Waarom zou Giethoorn buiten de zomermaanden niet aantrekkelijk zijn voor internationale bezoekers? Waarom zouden we het platteland niet promoten als bestemming op wereldniveau?"
De Chinezen komen
Daarmee begon een ambitieus avontuur om Giethoorn internationaal op de kaart te zetten en de Aziatische gasten te verleiden. In 2005 nam ze voor het eerst deel aan een economische missie naar China. Er volgden jaarlijks zo’n tien reizen naar Azië voor een reeks aan projecten, kennisuitwisselingen en trainingen om Chinese gasten warm te maken voor het Nederlandse platteland.
Het zogeheten Giethoorn-model vond z’n weerklank in China – het is daar een van de tien modellen die worden gebruikt om het platteland te laten floreren. Sindsdien werkt Esselbrugge met Chinese partners, lokale overheden, universiteiten en kennisinstellingen aan de wederzijdse verrijking van plattelandstoerisme. Met inmiddels ook een eigen kantoor in Shanghai en projecten in onder andere de Yangtze Delta en Beijing-regio, draagt ze haar visie uit: gastvrijheid en service staan op één om het platteland weer aantrekkelijk te maken, voor jongeren én toeristen.
Toerisme sturen
Het werkt twee kanten op, ze haalt op deze manier ook de Chinese toeristen en zakengasten naar Giethoorn. En stimuleert tegelijkertijd lokaal ondernemerschap, versterkt de regio en leert buitenlandse gasten kennismaken met de lokale producten, keuken en gastvrijheid. “Als je naar buiten gaat, kom je ook weer met nieuwe ideeën terug en als je mensen naar binnen trekt, komen er ook weer nieuwe ideeën. Zo kun je mooie dingen ontwikkelen met elkaar.”
Ze is nauw betrokken bij haar dorp en zet zich actief in om de toeristische drukte te spreiden en bezoekers bewust te maken van het bredere aanbod in de regio. "De meeste bezoekers varen hetzelfde rondje, terwijl het grootste deel van het dorp en het Nationaal Park Weerribben-Wieden onaangetast en rustig is”, legt ze uit.
Met haar team ontwikkelt ze routes, informatievoorziening en belevingselementen die toerisme kwalitatief én duurzaam maken. "Ik geloof in maakbaar toerisme – dat je gedrag kunt sturen, spreiding kunt organiseren, en zo de gast écht een waardevolle ervaring kunt bieden. Neem de tijd voor je gasten, laat ze de omgeving zien, horeca draait om aandacht en gastvrijheid.”
*Tekst gaat verder onder de foto's in Giethoorn met Chinese toeristen (links) en de familie in Shanghai (rechts).
Opvolging
Als derde generatie ondernemer van De Dames van De Jonge bewaakt ze het DNA van aandacht en gastvrijheid, waar haar oma Geesje het fundament voor legde. Haar moeder Roelie professionaliseerde het bedrijf en gaf haar de ruimte om te groeien. De overname van het hotel-restaurant verliep met vallen en opstaan, maar tegelijkertijd ook met veel wederzijds respect.
"We waren zakenpartners, maar ook moeder en dochter. Dat maakte het soms complex, maar het heeft ons ook veel gebracht. Toen ik zelf kinderen kreeg veranderde er veel; mijn moeder ging meer genieten en kon beter loslaten, leek het wel. Ze is vorig jaar overleden. Ze wilde nooit met pensioen, maar haar lichaam liet haar in de steek. Los van het feit dat ik haar ongelooflijk mis als moeder, was ze ook een soort houvast bij wie ik altijd terecht kon om te sparren – een interne raad van advies. Ze was er altijd, dat was heel fijn en ze gaf me alle vrijheid als ondernemer.”
En haar eigen kinderen? Komt er een vierde generatie aan als eigenaar? “Ze zijn nu acht en tien jaar oud. De oudste helpt soms al mee in het hotel en heeft wel gevoel voor horeca. Als iets netjes geserveerd moet worden, begrijpt hij helemaal wat de bedoeling is. Bijzonder wel. Hij is gek op koken, mijn dochter heeft nu bedacht dat ze ober of dierenarts wil worden.” Ze lacht: “Het is nog veel te vroeg om over opvolging te praten, ze moeten vooral ontdekken wat ze leuk vinden. Ongeacht wie het later overneemt, familie of niet: het belangrijkste is dat de familiewaarden blijven bestaan.”
Schrijf je gratis in voor onze nieuwsbrief en ontvang wekelijks:
- De nieuwste trends en ontwikkelingen binnen de Horeca
- Culinaire en interieur inspiratie
- Exclusieve content zoals: artikelen, interviews en ondernemersverhalen